Kooldioxide-emissies als gevolg van het fossiele energieverbruik


Kooldioxide emissies van landen

De energievoorziening van landen is nu nog bijna helemaal gebaseerd op fossiele brandstoffen. Het verbranden van fossiele brandstoffen gepaard gaat met de uitstoot van kooldioxide. Daardoor neemt het gehalte aan kooldioxide in de atmosfeer toe. Het stoken van steenkool geeft de grootste bijdrage aan de CO2-emissie, ongeveer 60%. Onderstaande figuur geeft de landen die jaarlijks de meeste kooldioxide uitstoten als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen. De kooldioxide-uitstoot wordt gegeven voor de jaren 1990, 2000, 2010 en 2020 [Our World in Data].

Grafiek met de jaarlijkse kooldioxide emissie van verschillende landen

China stoot de meeste kooldioxide uit, maar heeft ook de grootste bevolking. China heeft een relatief grote CO2 uitstoot omdat ze veel steenkool stoken. Door de toenemende welvaart in China is de uitstoot daar de laatste jaren snel toegenomen, zoals in de figuur is te zien. Datzelfde geldt in mindere mate ook voor andere landen in ontwikkeling zoals India, Rusland, Indonesië, Iran en Turkije. In de westerse landen neemt de uitstoot in de laatste jaren over het algemeen af door energiebesparing en het inzetten van hernieuwbare energie. De uitstoot van de andere landen is veel kleiner dan die van China en de Verenigde Staten. Voor een deel is dat het gevolg van de kleinere bevolking in die landen. In de onderstaande figuur wordt daarom de jaarlijkse uitstoot van een land per hoofd van de bevolking gegeven [Our World in Data].

Grafiek met de jaarlijkse kooldioxide emissie van verschillende landen per hoofd van de bevolking

De landen met de grootste uitstoot per hoofd van de bevolking zijn merendeels landen die fossiele brandstoffen winnen. Bij de westerse landen ligt de jaarlijkse kooldioxide-uitstoot in 2020 tussen de 4 en 15 ton per hoofd van de bevolking. De Verenigde Staten voeren deze lijst aan. Ook Nederland heeft met 8 ton een relatief hoge uitstoot per hoofd van de bevolking. China heeft de grootste uitstoot, maar per hoofd van de bevolking ligt de uitstoot op het laagste niveau van de westerse landen, rond de 7 ton per hoofd in 2020. Zoals te zien is in de figuur, stijgt deze uitstoot de laatste jaren snel door de toenemende welvaart in China, die een sterke toename van het fossiele energieverbruik tot gevolg heeft. Dit geldt, naast China, in meer of minder mate ook voor de andere landen in ontwikkeling.

Nog een ander beeld ontstaat wanneer de jaarlijkse emissie per hoofd van de bevolking wordt uitgezet tegen de het bruto nationaal product. Het bruto nationaal product (bnp) is de totale toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die in een jaar door een bepaald land wordt geproduceerd. Het bnp is een maat voor de welvaart van een land en wordt hier gegeven in dollar. In de onderstaande figuur is de emissie per hoofd (ton CO2/hfd) uitgezet tegen het bnp per hoofd ($/hfd), de grootte van de bol is een maat voor de grootte van de bevolking [Our World in Data].

Grafiek met de jaarlijkse kooldioxide emissie van verschillende landen per hoofd van de bevolking tegen de welvaart

Qatar heeft verreweg de grootste welvaart maar stoot ook de meest kooldioxide uit per hoofd van de bevolking. Andere landen die fossiele brandstoffen winnen hebben een bnp tussen de 40.000 en 80.000 dollar per hoofd met een uitstoot van tussen de 5 en 25 ton CO2 per hoofd. De meeste westerse landen liggen ook in dit gebied. Rusland heeft als olie- en gasproducerend land een relatief lage welvaart, maar stoot relatief veel CO2 uit door inefficiënt gebruik van energie. Noorwegen heeft als olie- en gasproducerend land een relatief hoge welvaart en stoot weinig CO2 uit dank zij waterkrachtcentrales. Het wereldgemiddelde ligt op 15.000 dollar per hoofd met een emissie van 4,5 ton CO2 per hoofd.

Met toenemende welvaart neemt het energieverbruik toe. Tot voor kort nam de CO2-uitstoot dan ook toe omdat merendeels fossiele energie werd gebruikt. De koppeling tussen een groeiende economie en een groeiende uitstoot is nu verbroken door de genomen maatregelen om de uitstoot te beperken. Vooral door het inzetten van hernieuwbare energiebronnen om energie te leveren. Het bruto nationaal product per hoofd van de bevolking groeit terwijl de CO2-uitstoot stabiliseert.


Kooldioxide emissies wereldwijd

Onderstaande figuur geeft de totale jaarlijkse uitstoot van kooldioxide in de wereld als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen over de afgelopen jaren [Our World in Data]. Het stoken van steenkool geeft een grote bijdrage aan de CO2-emissie, ongeveer 60%. Voedselproductie is voor ongeveer 26% verantwoordelijk van de totale uitstoot van broeikasgassen. Meer dan de helft van deze uitstoot is het gevolg van vleesproductie. Rundvlees is verantwoordelijk voor een kwart daarvan, vooral in de vorm van methaan. In 2023 was er een extra toename van de CO2-uitstoot door de enorme bosbranden in Canada. De CO2-uitstoot nam tot voor kort toe, maar neemt de laatste jaren af door lagere economische groei, de coronapandemie en door genomen maatregelen om de emissie te beperken. In 2022 groeide de economie met 3,2% terwijl de mondiale uitstoot weer steeg met 0,9%. Dat betekent het begin van een ontkoppeling van economische groei met broeikasgasemissies [Volkskrant]. Onderstaande figuur geeft ook de uitstoot verdeeld over de verschillende werelddelen.

Grafiek met de jaarlijkse emissie van kooldioxide in de atmosfeer per werelddeel en wereldwijd

De grootste stijging vindt plaats in Azië, vooral in China en India. Daar nam de uitstoot tot voor kort, als gevolg van de toename van de welvaart, sterk toe. De laatste jaren is de uitstoot echter aan het afnemen. De uitstoot in de westerse landen (Noord Amerika en Europa) daalt de laatste jaren langzaam. De uitstoot in de landen van EurAzië (Oost-Europa en Centraal Azië) daalde aanvankelijk, is daarna weer gaan stijgen en blijft de laatste jaren ongeveer op hetzelfde niveau. In het Midden Oosten nam de uitstoot tot voor kort toe, maar is nu ook aan het afnemen. De andere werelddelen dragen relatief weinig bij aan de CO2-concentratie in de lucht, maar ook daar neemt de emissie langzaam af. Een positieve ontwikkeling is dat, wereldwijd gezien, dankzij genomen maatregelen, de CO2-emissie afneemt. Het afnemen van de uitstoot is te danken aan twee ontwikkelingen bij het opwekken van elektriciteit; er wordt veel minder steenkool verstookt en er wordt aanzienlijk meer wind- en zonnestroom opgewekt. Steenkool werd voor een deel verdrongen door aardgas, wat bij verbranding veel minder kooldioxide oplevert [IPCC], [Volkskrant].

Satellieten spelen in toenemende mate een rol bij het meten van de uitstoot van broeikasgassen. Dat maakt het voor landen moeilijker om verkeerde waarden op te geven of bronnen van uitstoot over het hoofd te zien. Door metingen met Nederlandse satelliet Tropomi is bijvoorbeeld ontdekt dat de Australische kolenmijnen veel meer methaan uitstoten dan het land rapporteert. Dat betekent dat Australië een grotere bijdrage levert aan klimaatverandering dan het opgeeft. Ook heeft de satelliet gemeten dat vuilnisbelten in Argentinië, India en Pakistan enorme hoeveelheden methaan, 47 ton methaan per uur, uitstoten. Lokale overheden van de vuilnisbelt kunnen het lek dichten of het methaan opvangen en inzetten als brandstof. Een explosie in een boorput in Kazachstan heeft geleid tot een super-emissie van methaangas. Uit satelliet waarnemingen is gebleken dat 205 dagen lang grote hoeveelheden methaan in de atmosfeer werden geloosd. Geschat wordt dat minstens 125 kt gas is ontsnapt. Methaan is als broeikasgas is grofweg 30 maal zo krachtig als kooldioxide. Het verdwijnt wel redelijk snel, na ruim 10 jaar, uit de atmosfeer; bij CO2 duurt dat honderden jaren [Volkskrant].

Bij ongewijzigd beleid zal het kooldioxide gehalte in de lucht de komende jaren verder stijgen ondanks het internationale streven naar een afname van de uitstoot en de gevolgen van de coronapandemie. De concentratie kooldioxide in de atmosfeer zal verder stijgen, het broeikaseffect neemt toe, waardoor de aarde verder opwarmt. Dit leidt tot een verandering van het klimaat, met ernstige gevolgen voor de menselijke samenleving.